Onderweg
Een dagboek over mijn dolle reisavonturen.
23/11/2017 - Siem Reap - Battambang Met een deftige(re) bus (eindelijk?!) rijden we gezwind - weer net iets té gezwind volgens mij - richting Battambang. Een korte rit van enkele uren die aangenaam verliep. Bekende filmster Als we halt houden bij de ‘grote markt’ van Battambang, verdringen tuktukdrivers zich rond de bus met blaadjes waarop hun prijzen staan geschreven. Even lijkt het alsof ik een bekende ster ben en paparazzi zich verdringen voor mijn gigantische luxueuze limousine, terwijl de flitsen van hun fototoestellen oogverblindend flitsen. Mijn privéchauffeur stapt uit, opent mijn deur en terwijl ik mijn galajurk nog snel één keer rechttrek stap ik... Terug naar de werkelijkheid! Ik zie een tuktukdriver met een blaadje waarop mijn naam staat (dan toch beroemd?). De service die mijn hostel aanbiedt is geen overbodige luxe, want het gebouw ligt op een twintigtal minuten wandelen van het centrum. Olijk trio In mijn kamer maak ik meteen kennis met de vriendelijke zuid-Koreaanse Doohi en de hilarische slungelige zwaar verbrande Franse Antonin. Samen gaan we op pad om het slechtste eten te verorberen van de afgelopen weken. Alle drie onze gerechten smaken slecht en al gauw bevinden we ons in de supermarkt voor een komkommermasker voor de dames, een lekker drankje en een versnapering die we aan de rand van het zwembad in het hostel nuttigen. 24/11/2017 - Battambang Grappige Frans Doohi vertrekt vroeg in de ochtend naar haar volgende bestemming en Antonin en ik trekken er die dag samen op uit. Ik hou geen seconde op met lachen want hij is zo’n ongelooflijke praatgrage (serieus, hij houdt geen seconde op) gast die zijn Engels wilt verbeteren maar toch de ganse tijd Franse woorden gebruikt. Zijn ‘Franglais’ is hilarisch. Rijstpapier, voor en na Mo, onze immer sympathieke tuktukdriver, brengt ons die dag overal waar we heen willen. We bezoeken twee zussen die rijstpapier maken. Een interessant en tijdrovend manueel werkje. Uit de rijst persen ze sappen die ze 24u laten fermenteren in een soort plastieken zeil in de zon (hygiëne, wat is dat ook weer?). Daarna wordt het melkachtige vocht gebakken op een vuur dat gaande gehouden wordt door de omhulsels waar de rijstkorrels ooit in zaten. Het lijkt op het bakken van pannenkoeken. De ronde ‘papieren’ worden op een groot rooster gelegd en dat rooster wordt in de zon gelegd tot ze hard genoeg zijn en er zelf van vallen en dus teken geven dat ze ‘klaar’ zijn. De verbrande resten van de rijstomhulsels worden trouwens op hun beurt gebruikt om het land te bemesten. Ze mogen hier dan al ongelooflijk veel afval weggooien in de natuur, maar over het hergebruiken van natuurlijke producten zijn ze wel serieus. Bambootrain De fameuze ‘bambootrain’ is eigenlijk een van de redenen waarvoor ik naar Battambang kom. Blijkt dat hij gesloten is en dat ze een échte spoorweg aan het bouwen zijn. Google het gerust, het is een ongelooflijk schattig vervoersmiddel. Als er een tegenligger komt, dan wordt de ene trein (die meer een platform is met wieltjes) van de sporen gehaald, wordt de andere door gelaten en zet men de eerste terug op de rails zodat elk zijn gang kan gaan. Mo brengt ons er toch nog naartoe omdat ik, koppig als ik ben, het met mijn eigen ogen wil zien. En effectief. Nergens een treintje te bespeuren... Wat Banan en z’n miljoenen vleermuizen In de namiddag zetten we koers richting Wat Banan ofte de Temple Hill. Na een serieuze klim genieten we van een uitzicht - waarvan ik het spectaculairder verwacht had. Hiervoor had ik me gebaseerd op één enkele foto van het lief van twee jaar geleden en ik had mijn verwachtingen te hoog ingesteld. Desalniettemin was het een mooi uitzicht, maar ik bleef ietwat teleurgesteld achter, samen met wat agressieve apen. We dalen terug want klokslag 17u30 verlaten ongeveer 5 miljoen vleermuizen hun slaapplaats op zoek naar voedsel. En ik moet zeggen, het is indrukwekkend. De eerste vliegen uit als de zon goed gedaald is en als ze weg is, 20 minuten later, vliegen er nog altijd enorme hoeveelheden vleermuizen hun schuilplaats uit. Indrukwekkend natuurfenomeen waar je bijna je klok mee gelijk kunt zetten. Afscheid nemen bestaat Na een rustig avondmaal nemen Antonin en ik afscheid, want onze wegen scheiden zich morgenvroeg al weer. Hij keert terug naar Bangkok om dan richting Parijs te vliegen, en ik trek verder het ruige Cambodja in.
0 Comments
19/11/2017 - Siem Reap Zonsondergang in de regen Bewolkt en regenachtig. Net als ik vandaag de meest beroemde zonsondergang ter wereld wil gaan aanschouwen... De afgelopen dagen ging ik op het wereldwijde web op zoek naar een vriendelijke en betrouwbare ‘tuktukdriver’ die me de site van Angkor Wat en Angkor Thom kon laten zien. Ik had hem gevonden. Mister Sok met zijn eeuwige glimlach en positivisme. “We’ll see miss, let’s try, you never know.”, en hij kruipt met zijn poncho in de gietende regen op zijn brommer. Bon, dat wordt alvast niets, maar mijn ticket heb ik dan in ieder geval wel al op zak voor de komende dagen. 20/11/2017 - Siem Reap Het wilde oosten Om 6u16 loopt mijn wekker af en meteen gluur ik door het eigele gordijn naar buiten om te zien hoe het met de zon gesteld is. Bewolkt en grijs, maar droog! Exact 46 minuten later trek ik de kamerdeur achter me dicht en spring ik op mijn fietsje. 12,6 km trappen naar één van de wereldwonderen. Met mijn Lonely Planet én Trotter in de aanslag, bezoek ik de minder bekende tempels ten oosten van de site. Onderweg begint het te watergieten - uiteraard. Off road ploeteren met mijn stadsfiets in de modder; het lijkt een constante te worden, maar deze keer zonder valpartijen. Wel moet ik een tweetal keer omdraaien omdat ik op een doodlopend pad uitkom... Angelina - zonder Brad Angelina Jolie kom ik niet tegen, maar ik kan wel de kracht van de natuur bewonderen bij Ta Prohm, ofte de ‘Tomb Raider tempel’. Kapokbomen overwoekeren de stenen tempels en de indrukwekkende wortels ontlokken verwonderende kreetjes uit de luchtpijp van de v(erv)ele(nde) Chinese toeristen. Toegegeven, het is een mooi beeld. De achterkant van Siem Reap Ik zet mijn tocht verder en tegen de middag blijk ik al klaar te zijn. De tempels zijn parels en staan terecht op de werelderfgoedlijst, maar na een eindje heb je ze wel gezien. Tijdens mijn tocht naar huis rijd ik opnieuw mis (oké, richtingen en oriëntatie zijn niet mijn sterkste kant, ik beken) en kom ik per ongeluk in een wijkje terecht. De achterkant (of echte kant) van Siem Reap. Huisjes uit karton en golfplaten, met bamboe geweven muren, kinderen die spelen op een vuilnisbelt en trots een isomobakje, waar ooit eten van een toerist in zat, op een stok prikken en daarmee zwaaien, hanen en kippen die samen met de kinderen door de modder rennen. Schrijnend en vertederend tegelijkertijd. 21/11/2017 - Siem Reap Angkor Thom is aan de beurt 4u01. Mijn wekker. Een half uur later brengt Mister Soks broer, Sanny, me naar het wereldwonder om me er te laten genieten van de zonsopgang bij Angkor Wat. Met een lustige “See you on the flipside” neemt hij afscheid en belooft hij me op te wachten “whenever you are ready, miss!”. Wat een beeld! Ik bemachtig een opperbeste plek en zie een schitterende weerspiegeling in het water waarin ik de tempel kan bewonderen. Heerlijk! 2u later bewonder ik de tempel aan de binnenkant. Angkor Thom is de volgende site die aan de beurt is. Gigantisch en indrukwekkend. Het kostte me deze keer gelukkig geen bloed en tranen, maar wel veel zweet (en centen), en het was het waard. Die Angkors herbergen een sterk staaltje architectuur, doorzettingsvermogen en grootheidswaanzin. Fijn, zo’n wereldwonder van dichtbij te mogen aanschouwen. Volgend jaar Rio de Janeiro? 17/11/2017 - Don Det - Siem Reap Een busmaatschappij om een omgekeerde u tegen te zeggen Van alle drie de landsgrenzen die ik de afgelopen maand over moest, is die van Cambodja de ‘minst leuke’. Dit heeft niet bepaalt te maken met de douane of de ambtenaren die me m’n visum verlenen, maar vooral met de busorganisatie waarmee ik de grens over ga. Lang verhaal kort, ik word bewust op de verkeerde bus gezet door de maatschappij. In plaats van een luxe minivan wacht ik uren in de verstikkende hitte en zitten we met 13 personen in een gammele minivan voor 8 man, met amper airco. Hierdoor scheiden de wegen van de Nederlandse Nathalie en Ruben en mezelf een tiental uren vroeger dan voorzien. Zij zitten namelijk wél in die luxe minivan, met nog een drietal lege plaatsen. En wanneer we nog eens op een vijftal kilometer worden afgezet van het centrum van Siem Reap én de mensen van de busmaatschappij een (figuurlijke) dikke middelvinger naar ons uitsteken, staat mijn ‘humeurpeil’ op min vijf. Enfin, de invulling van het verhaal laat ik aan jouw verbeelding over, maar ik ben er zeker van dat je fantasie niet ver naast de werkelijkheid zal zitten. Never judge a book by its first page... of zo Cambodja en ik zijn niet op goede voet gestart. Gelukkig blijkt mijn hostel betrekkelijk aangenaam te zijn en ga ik meteen uit eten met één van de kamergenoten. Wanneer de bediening in het kleinste zaakje van de stad zò goed en nederig is dat ik er bijna ongemakkelijk van word én de serveerster ons ‘sweet dreams’ wenst (commerce of niet) moet ik mijn visie van het land, die ik diezelfde dag reeds gevormd heb, meteen bijschroeven. 18/11/2018 - Siem Reap Shoppen shoppen shoppen De zware reisdag van gisteren zit nog in mijn kleren en vandaag doe ik het rustig aan. De stad verkennen zonder gids of kaart. Ik wandel rond in de verzengende hitte, onder een felblauwe hemel, eet in Burger King (excuses) en verbaas me over de westerse mentaliteit van de stad. Ik voel me er al snel op mijn gemak en dat doet mijn portefeuille ook. De tientallen overdekte kraampjes met leuke spullen zorgen ervoor dat mijn ‘dollah dollah bills yo’ snel verdwijnen. De grootste overdekte markt is een pareltje. Dames zitten op hun hurken de ingewanden van kippen te verwijderen met hun blote handen, vliegen kruipen over en onder de schubben van de halfdode vissen, oude vrouwtjes hakken vrolijk koppen van palingen af, kinderen lopen rond en spelen in de plassen van het afvalwater tussen de kraampjes, kleurrijke groenten liggen mooi per kleur uitgestald, karkassen van dieren hangen aan haken, sjaals in duizenden kleuren zorgen voor een vrolijke noot, verkopers schreeuwen in een onverstaanbare taal dingen naar elkaar... De geur is niet te harden en de mensen toveren de breedste glimlach op hun gezicht. Ik weet niet waar eerst te kijken en hou van elke centimeter van de markt. Een kleine hap in een Indiaans restaurant en ik lig al vroeg in bed met een aflevering van ‘Designated Survivor’. Een dag op mijn ritme en volledig naar mijn keuze, hier had ik nood aan. 15/11/2017 - Pakse - Don Det Na een ietwat teleurstellend Pakse probeer ik mijn zinnen te zetten op de 4000 eilanden. Ik snak al even naar wat water (ja hoor, pientere slimmeriken, water van rivieren en zeeën, geen drinkwater uit mijn flesje) en hoop dat de eilanden mijn honger kunnen stillen. Of dorst kunnen laven... Een korte rit van een paar uur in een luxe minivan én een heerlijk boottochtje naar de eilanden en het goede leven kan beginnen - in hoeverre het niet al een eind bezig was. Het eilandleven Boy oh boy, dit is het! Geen ATM’s, nergens warm water, amper WiFi, slechte elektriciteit. “Chill and relax, man!” En dat doe ik dan ook. Ik logeer in het hostel van een gast die het lief leerde kennen tijdens zijn reis door Cambodja. Manni, een opperbeste kerel die vooral heerlijk amusant is, runt het ‘Happy Bar Hostel’. En al snel blijkt het ook dé place to be, want ze komen van heinde en verre (7 kilometer lang, 3 kilometer breed is Don Det) voor een jointje en een drankje. Een memorabele fietstocht Ik huur een fiets voor nog geen € 1,6 voor 2 dagen (mijn onderhandelingskills zijn ondoorgrondbaar) en doorkruis het eiland. De ‘hoofdweg’, van noord naar zuid op het kleine eiland, is een kronkelend stofwegje dat loopt tussen de in het wild grazende waterbuffels en de varkens, met hier en daar een brug (lees: enkele planken waarvan je hoopt dat ze blijven liggen als je erover rijdt) om de kleine natuurlijke beekjes hun gang te laten gaan. De palmbomen tieren weelderig en in de rijstvelden wordt hard gewerkt om de laatste restjes te oogsten. Als ik aan de brug in het zuiden kom, besluit ik naar het grote eiland Don Kong, dat onder Don Det, ligt te fietsen. Ik wil rond het eiland rijden en telkens het water blijven volgen, maar op een bepaald moment sla ik toch een andere weg in. Te verstrooid door de mooie omgeving. Heel ‘scenic’ maar vooral ook heel erg niet gemaakt om over te fietsen, noch te wandelen, noch te rijden met de brommer/auto. Naarmate ik zuidelijker trek, zie ik minder huizen en wordt de bebossing dichter. Tot het paadje letterlijk te smal wordt voor mijn fiets, overwoekerd is door planten en ik mezelf echt verloren waan. Het is 16u en binnen een dik uur gaat de zon onder. Ik blijf hangen met mijn kleed aan een struik die 1,5 meter boven de grond groeit en waar ik onderdoor moet fietsen. Sneeuwwitje op de vlucht voor de jager in het donkere griezelige bos. Zo voel ik mij precies. Alleen zit er niemand achter me aan - gelukkig. Maps.me: Beware interrupted path! Collapsed bridge! Ik passeer een jongen die met wat waterbuffels op weg is en voel me plots heel erg veilig omdat ik een levende ziel tegenkom. 100 meter verder kom ik aan een brug die ingestort is en waar nog enkele planken schuin over hangen. Hier kan ik niet over, zeker niet met de fiets die ik mee heb, en terug rijden zou me te veel tijd kosten. Kostbare tijd die ik niet heb, aangezien ik nu echt afhankelijk ben van het licht van de zon. Ik fiets terug want over die brug kan je gewoonweg niet over en kom opnieuw de jongen tegen. Ik vraag hem of hij weet waar de grote weg is en hij wijst naar de brug. Ik gebaar dat ik daar onmogelijk over geraak met mijn fiets, laat staan dat ik er überhaupt wil over gaan. Na wat gebarentaal maakt de jongen me duidelijk dat hij me gaat helpen de brug over te geraken. Ik kijk hem wantrouwig aan, maar gezien hij mij enige optie is vertrouw ik erop. Hij weet exact waar hij wel en niet moet stappen en draagt mijn fiets over de ingezakte brug. Daarna dirigeert hij mij over de juiste planken en ik geraak veilig en wel aan de overkant, met knikkende knieën. Ik bedank de jongen uitvoerig en hij huppelt vrolijk de brug weer over, naar zijn kudde. Sunset baby Nog exact 1 uur om een afstand van om en bij de 20 kilometer naar het noorden van het andere eiland te doen. Een reis tegen de klok en tegen de erbarmelijke weggetjes vol geulen en putten. Ik val. De tweede keer in twee dagen tijd (gisteren gevallen met de brommer, jawel. Scheenbeen geamputeerd. Blauwe plekken overal. En zo.). De pedaal van mijn fiets rijt mijn scheenbeen open en een straaltje bloed sijpelt naar beneden. Hup, fiets op en doorgaan, want de zon begint langzaam te zakken. Net voor zonsondergang kom ik aan in het hostel om één van de mooiste zonsondergangen te zien die ik tot nu toe in mijn korte leventje zag. Plots overvalt me een enorm gevoel van rust. Ik had een ietwat avontuurlijke dag waarbij heel wat adrenaline door mijn lichaam gierde en bij het aanschouwen van dit wonderbaarlijke natuurfenomeen word ik op slag kalm. Dag één van het eilandleven is in ieder geval geslaagd. Zeker als de sterrenhemel daarna zo ongelooflijk fel is en het lijkt alsof er een kaasstolp over het eiland gezet is die bedekt is met fonkelende lichtjes. Het lijkt écht een bol deken van sterren. 16/11/2017 - Don Det Fietstocht nummer twee Mijn fiets is weg. Ik kreeg geen slot mee van het winkeltje waar ze de fietsen verhuren, want iedereen kent iedereen en een slot is niet nodig op het eiland. Maar mijn fiets is weg. Met een lichte paniek vraag ik Manni wat ik moet doen. “Oh, geen probleem”, zegt hij. “Ze zijn hem waarschijnlijk komen oppikken vannacht. Vaak vergeten mensen de fietsen terug te brengen en dan houden ze een soort van ‘collecte-moment’ om al hun fietsen terug te krijgen. Gewoon naar het verhuur gaan en je fiets terug vragen, als je hem voor twee dagen huurde.” En effectief, mijn fiets staat daar mooi te blinken - onder 3 lagen stof. Vandaag even wat minder avontuur en gewoon mijn kleine Don Det-eilandje verder verkennen. Om 14u word ik al terug verwacht bij het hostel voor de ‘sunsetboat’, dus ik rij niet te ver en ga, Dora-gewijs, op ontdekkingstocht. Sunsetboat, zegt hij 14u13 Een groepje van een 15-tal enthousiastelingen kruipt op het smalle bootje dat koers zet richting een verlaten eiland. We hebben nog 2 uur voor de zon gaat zakken en we zoeken verkoeling in het frisse, heerlijk vervuilde water van de Mekong. Alle douches op het eiland zijn trouwens voorzien van Mekong-water (weliswaar ietwat gezuiverd, maar toch bruinig als je het opvangt) dus onze huid is er al aan gewend. De frisbee en voetbal doen goed dienst en de biertjes vloeien rijkelijk. En als de zon begint te dalen verstommen alle activiteiten en zet iedereen zich aan de rand van het water om deze mooie zonsondergang gade te slaan. “Sunsetboat”, zei Manni. Wel, we krijgen verdorie een ‘sunset’! Zaza, de kakkerlak Dag 2 van het eilandleven; opnieuw meer dan geslaagd. Tot ik vanuit mijn ooghoek iets zwart hier trippelen over mijn hoofdkussen. Kakkerlak! Hij kruipt achter mijn kussen weer veilig onder mijn matras. Ik slaak een gil en spring - met slipper in de aanslag - op mijn bed. Heel slim en logisch als je weet dat die kakkerlak ook op/onder mijn bed zit. Hij houdt zich even schuil en komt dan opnieuw piepen, razendsnel. Ik heb de tijd niet eens om mijn slipper ernaar te werpen (sorry voor alle insectenliefhebbers, maar slapen met een kakkerlak naast me, vind ik - in tegenstelling tot Pluk van de Petteflet - persoonlijk niet zo heel erg aangenaam...). Ik besluit mij aan het voeteinde te leggen van mijn bed - no way dat ik met mijn hoofd ga liggen waar die kakkerlak (of waren het twee verschillende??) al twee maal passeerde. Een zacht gebrom vult de kamer en ik draai mijn hoofd. Net op tijd om een gigantisch insect te zien vliegen én te zien landen op de muur. De kakkerlak!! Die kan vliegen? Kakkerlakken kunnen vliegen? Jezus mina, mijn hart! Ik maak er een steen van, raap al mijn moed bijeen (dit allemaal in een fractie van een seconde, jawel) en met mijn sneaker in de aanslag stort ik mij op de kakkerlak. Het dode beestje leg ik mooi buiten, kwestie van geen andere insecten aan te trekken. En nog geen 5 minuten later zie ik weer iets vliegen vanuit mijn ooghoek. Het was verdorie nog een kakkerlak. Nummer twee rekt het niet zo lang en al gauw ligt hij buiten bij zijn vriendje. Waarom moeten kakkerlakken vliegen? WAAROM? En waarom moeten die net in mijn kamer zitten? Geen haar op mijn hoofd denkt aan slapen, hoewel ik extreem moe ben. Uiteindelijk val ik na 4 uur in slaap (2u ‘s nachts) voor een korte nacht van enkele uren. 13/11/2017 - Pakse Pakse blijkt kleiner dan verwacht én er valt bitter weinig te beleven. We huren een scooter (ja ja, het werd een brommertje met versnellingen! Ik ben zo hard volledig klaargestoomd voor mijn motorijbewijs als ik terug ben. Ik voel het!) en bezoeken in de namiddag Wat Phou. Het equivalent van Angkor Wat (althans, naar eigen zeggen) maar dan in het klein. En ik moet toegeven, het is wel indrukwekkend. Het echtpaar dat huwelijksfoto’s neemt buiten beschouwing gelaten, is het er quasi verlaten. 2 symmetrische gigantische tempels, met de hand gebouwd, eeuwen geleden. Daar sta je toch even van te kijken. “En van hieruit is er één rechte weg met her en der tempels erlangs, die rechtstreeks naar Angkor Wat leidt”, laat een local ons weten. We wandelen wat rond en genieten van het magistrale uitzicht waarmee we beloond worden, na een stevige klim via trappen die door de jaren (en aardbevingen) heen ferm verzakt zijn. 14/11/2017 - Pakse Het Bolaven plateau is vandaag aan de beurt. We hoorden en lazen een pak positieve dingen over de natuurkracht/pracht die hier heerst en vertrekken al vroeg in de ochtend voor een ferme rit met de brommer (vitessen, baby!). Algauw blijkt de weg ongelooflijk saai. Een brede, niet geasfalteerde, weg waar auto’s voorbijrazen die vuile uitlaatgassen en oranje stofwolken achterlaten. Gelukkig heb ik een sjaaltje om mijn neus en mond gebonden om het stof enigszins uit mijn longen te houden en ik voel me een of andere ‘rider’ uit een film. Of een mislukte boef met m’n twee vlechten, kan ook. En toen ging onze lamp branden, want wat blijkt? Je bent in principe al in het Bolaven plateau als je op die lelijke baan rijdt. Je moet gewoon af en toe de pijlen naar zijstraten volgen waarop een waterval aangekondigd wordt... Zo gezegd, zo gedaan, maar na enkele watervallen hebben we het wel een beetje gehad. Toegeven, ze zijn prachtig en enorm, maar dan ook enorm groot. Het duurt bij de Tan Yuang waterval wel meer dan 10 seconden voor het water beneden is. Maar wij verwachtten meer groen, en bergen... Zoals in het noorden. En ook toegegeven; we trokken hiervoor maar één dag uit en namen dus een kleine ‘loop’. Je kunt er drie dagen of zelfs een week over doen als je de tijd hebt en vermoedelijk zie je dan wel wat meer groene pracht en praal. Of misschien ook niet? Wij zullen het in ieder geval nooit weten. Van elk land geef ik een kort overzicht over mijn bevindingen. Eerder schreef ik al over Thailand.
Ik reisde korter door Laos dan oorspronkelijk voorzien. Het is moeilijk om een ander dorpje te kiezen dan de 5 of 6 bestemmingen waarnaar de vele bussen rijden. Op die manier hoef je zelf niet per se op voorhand te bepalen waar je naartoe wilt, want je route werd jaren geleden door medereizigers bepaald. Ik bezocht respectievelijk Luang Prabang, Vang Vieng, Pakse en het eiland Don Det op de 4000 islands ofte Si Phan Don.
Kortom; prachtige natuur, overweldigende vergezichten, over het algemeen onvriendelijke(re) mensen. Thailand liet ik een tweetal weken achter me en ik verruilde het voor Laos. Ik bezocht respectievelijk Bangkok, Chiang Mai, Pai en Chiang Rai. Voor de geïnteresseerden zet ik even mijn bevindingen op een rij.
Kortom; mooi, toeristisch, warm, goedkoop én vriendelijk! 09/11/2017 - Luang Prabang - Vang Vieng Een hobbelige weg Om 6u pikt een minibus ons op aan het hostel. Na enige vertraging bij het volgende hostel - omdat twee andere passagiers nog slapen (can’t blame them) - merken we dat onze chauffeur ‘ne korte zot’ is. We zijn Luang Prabang nog niet uit of we hebben al bijna een accident. De chauffeur denkt dat de geparkeerde auto in het midden van de straat wel baan zal ruimen, maar als blijkt dat die gewoon blijft staan moet de chauffeur alle remmen dichtgooien en komen we met piepende banden op enkele centimeters van de stilstaande jeep tot stilstand. Niets aan de hand, wuift de chauffeur lacherig, waarop ik hem toch even laat weten dat ik, en vermoedelijk ook de rest van het busje, heel graag levend in Vang Vieng zou aankomen, ook al duurt het enkele uren langer. Iedereen knikt beamend. Tevergeefs... Tijdens de vier uur durende rit naar Vang Vieng lijkt het alsof ik in een speelgoedautootje op een roetsjbaan zit. De chauffeur haalt in in haarspeldbochten, geeft gas op een afdaling, remt af, geeft gas, remt af, zwenkt zomaar uit, steekt een andere minibus voorbij waarna hij plots keitraag rijdt zodat die andere bus ons opnieuw moet voorsteken en zo voort. Ik besluit me te focussen op het ongelooflijk mooie landschap in plaats van op mijn draaiende maag. Hete temperaturen en Friends Vang Vieng blijkt heet te zijn. Een tiental graden heter dan Luang Prabang en ik ben daar blij om, want even vergat ik dat ik in de zon zit en niet in de hagel en de koude temperaturen die momenteel België gijzelen. Ik ga op zoek naar een leuk plekje om te eten en mijn Lonely Planet had mij er al voor gewaarschuwd. Overal in Laos, maar vooral in Vang Vieng, hangen televisieschermen in de bars waarop (illegaal) afleveringen van Friends spelen. Ik zoek een plekje in de schaduw, bestel een noedelsoep en een fruitshake en kijk meer dan 3 uur naar Friends vanop mijn ligzetel met honderden kleurrijke kussens in alle mogelijke vormen. 10/11/2017 - Vang Vieng Tuben, hoe het was Vang Vieng staat, of stond liever, tussen 2009-2011 bekend om zijn ‘tuben’. In een luchtband de Nam Song ‘afdrijven’ en halt houden bij de vele cafés en kleine dancings langs het water waarbij de alcohol rijkelijk vloeit, de opium cocktails rondgaan en de zware bassen de oren doof maken. In 2012 besloot de regering dat het welletjes geweest was, nadat ze aan een gemiddelde van 20 dode toeristen per jaar zat door het tuben. Bijna alle ‘rivierbars’ zijn ondertussen gesloten en slecht kan je dit niet noemen. Tuben, hoe het is Tuben dus. Omstreeks 12u gooien we onze band op het heldere, bijna doorzichtige water van de rivier. De stroom neemt ons mee en we laten de cafés links liggen. De luide muziek en schreeuwerige proppers spreken ons niet aan als we ook kunnen kiezen voor oorverdovende stilte, groene jungle, prachtige rotsformaties, heerlijk koel water en de zon die ons lichaam iets meer kleur geeft. Je hebt niets bij de hand, kunt niet lezen, niet ‘gsm’en’, niet schrijven. Je kunt alleen genieten van de natuur, die overweldigende woeste natuur. We doen er in totaal vier uur over en wat mij betreft mocht het eeuwen duren. 11/11/2017 - Vang Vieng De rotswand op Naast het tuben kenmerken de omliggende bergen en rotsformaties ook de stad. Je vindt er veel klimscholen en ik heb dan ook niet veel nodig om overhaald te worden. Adam’s climbing school blijkt gerenomeerd en samen met Ruben (triatleet) en Nathalie (voetbalster) maken we er een daguitstap van. We gaan klimmen op echte rotsen, zonder kleurrijke handvaten die het niveau aantonen en duiden waar je heen moet. Klimmen in een spleet waar een rots in twee brak... Ik word er opgewonden van en stiekem beginnen mijn handen wat te zweten. We leren de basisknopen die ons moeten redden als we uitschuiven of mis grijpen. De wanden blijken glibberig en vochtig en al snel loopt het zweet van me af als ik enkele meters boven de grond hang. Geconcentreerd en nauwgezet bereken ik mijn volgende stappen en het is heerlijk om te voelen hoe jouw hoofd en je hele lichaam in het hier en het nu zijn bij die berg. Het gaat tussen jou en die rotswand en je moet ervoor zorgen dat jij die wand overwint. Gaten zoeken, houvast zoeken, aftasten waar de stenen groot genoeg zijn, vast genoeg zitten, klein genoeg zijn, aftasten waar de gaten veilig genoeg zijn en zoeken waar je je aan kunt optrekken. Meter voor meter stijg ik en het voelt heerlijk. We klimmen via verschillende routes en plots hang ik zo’n 30 meter boven de grond. Naar beneden kijken lukt, maar doe ik liever niet. Jij tegen die berg, het voelt heerlijk aan. Slechts een keer moest ik na 3/4 opgeven. Ik vond nergens een deftige houvast, mijn armen begonnen te trillen omdat ik vooral op mijn armen gewerkt had én ik had geen kalk mee naar boven, want die was op. Dus zelfs als vond ik een deftige steen of uitstulping, ik kon die niet grijpen want alles was te vochtig en te glibberig. “When the going gets tough, the tough get going” zingt Billy Ocean, maar nu moest ik toch verstek geven en dat piekt een beetje - uiteraard. Maar dit doet geen afbreuk aan de schitterende ervaring. Misschien zet ik het klimmen in België wel verder? 12/11/2017 - Vang Vieng - Pakse Tuben, part 2 Vooraleer we Vang Vieng achter ons laten, gaan Nathalie en ik vroeg in de ochtend nog één keer tuben (“Het was zo leuk, meneer!”). Ruben gaat samen met één van de begeleiders van Adam’s climbing school nog een keer klimmen. Blijkt dat die Ruben quasi hetzelfde niveau heeft als die begeleiden en als je ze zo bezig ziet lijken het wel twee berggeitjes, vrolijk klauterend en heel soepel. Benijdenswaardig! De bus, part 2 En dan meer dan 20u op de bus richting het zuiden. Gezien ik geen vriendje bij me heb, boek ik alleen met de kans dat er een vreemde naast me zal liggen. Blijkt dat die vreemde een ongelooflijk schattig, oud, heel klein en fijn Laotiaans vrouwtje is. Ze ligt zo stil dat ik soms vergeet dat ze er ligt. Ze leest niet, luistert geen muziek en slaapt alleen maar. Perfect! Plaats zat en geen vreemde vent naast me. Mijn rit kan alvast niet meer stuk, zeker als blijkt dat de bus, in vergelijking met de bus die ons Laos in voerde, een pak breder en hoger is en we meer ruimte hebben om te slapen. We houden eerst nog een theekransje met de twee Duitse vrienden die straks meteen doorreizen naar de ‘4000 islands’. Een hilarisch uurtje met non stop amusement en entertainment van Wolf (met zijn eenhoornkussen) en Lenny. Een heerlijk olijk duo! En na een, al bij al (voor mij althans), goede nachtrust op een slaapbus op de hobbelige wegen van Laos komen we aan in Pakse. 05/11/2017 - Chiang Mai - Luang Prabang Om 9u vertrekt onze slaapbus (slapen zullen we, want er zijn geen zitjes, alleen ‘bedden’ van 1 meter breed (echt, ik mat het!) waar je met 2 (!) in moest liggen). Na een helse treinrit naar Chiang Mai was ik wel blij dat ik nu kon neerliggen. Het scheelt als je wat kunt slapen - hoewel dat in een bus die praktisch alleen landwegen en ‘boerewegeltjes’ neemt, heel uitdagend is. De wegen zijn ongelooflijk slecht onderhouden en stikken van putten en grote gaten. Na 6 uur arriveren we aan de landgrens en na een vlotte check-out uit Thailand en een snelle check-in in Laos zet onze bus koers richting Luang Prabang. 06/11/2017 - Luang Prabang 18 uur op de bus hadden ze ons gezegd en ze hadden niet gelogen. Om 5u komen we aan in Luang Prabang, een beetje aan ons lot overgelaten. De tuktuk zet ons af aan de meest centrale markt en plots verschijnen overal Chinese toeristen met gigantische fotocamera’s en statieven. Blijkt dat de monniken elke ochtend de straat aflopen in formatie om eten krijgen van de locals (en toeristen, als je er maar voor betaalt) en het is een aandoenlijk tafereel om naar te kijken. We hebben geluk dat we om 6u paraat staan, want nog geen half uur later is het ritueel al over. Op het marktplein eten we iets (gelukkig is iedereen in Azië al vroeg in de weer), want om 6u30 kunnen we duidelijk nog niet inchecken in onze hostel + we sterven van de honger na de eindeloze busrit. Om 7u komt een Frans meisje op ons afgelopen. “Of we geen zin hebben om met haar en haar vriend de tuktuk te nemen naar de Kuang Si Waterfall, want met hoe meer personen we zijn, hoe goedkoper de tuktuk.” Absoluut! Als er één iets is waarvoor ik naar Luang Prabang gekomen ben, dan is het die waterval. Google Image het zeker, a-dem-be-ne-mend! In het echt is ze nog mooier dan op de foto. Helblauw, bijna groen water stroomt van diverse waterterrassen naar beneden en verdeelt zich dan weer in nog kleinere watervallen. De grote waterval die we een paar dagen geleden in Chiangrai zagen was mooi, maar... dit was de reden waarom ik Laos niet wilde overslaan. Ik ben hier amper nog maar een paar uur en bam! Geen toeristen - die komen vanaf 9u - geen zuchtje wind, perfecte temperatuur, midden in de jungle. Heerlijk om zo mijn ochtend door te brengen! ‘s Avonds kruipen we op een boot om de zonsondergang mee te maken vanop de Mekong. Ook daar krijgen we een prachtig stukje natuur te zien, ook al laat de zon het afweten en hebben we dus amper een zonsondergang om naar te kijken. 07/11/2017 - Luang Prabang Het boottochtje van gisteren maakte ons warm voor een dagje in de kajak. Op het water, omgeven door mistige bergen en rotsformaties en een beetje overgelaten aan de stroming van de Mekong én onze spieren. Heerlijk! Al snel vinden we ons ritme en worden we volleerde kajakkers. Na een kleine 3 uur (mijn schouders...auwtch) houden we halt voor de lunch bij een toeristische attractie met olifanten, merk ik tot mijn grote ontsteltenis. Ik zie olifanten met mandjes op hun rug waarin bergen toeristen gepropt zijn. Ik krijg het warm en dan weer koud. Hier gaan wij dus lunchen... En hoewel ik gigantisch veel honger heb, krijg ik amper wat door mijn keel. We hebben nog een half uur en ik loop op 4 kleinere olifanten af die daar maar staan te staan, zielig uit hun ogen kijkend en ritmisch schuddend met hun hoofd. Ze zijn geketend en meteen voel ik de krop die in mijn keel zat naar boven komen. Meer dan een halve minuut heb ik oogcontact met de kleinste olifant en ik kan zo veel in het grote grijze dier zijn ogen lezen. Zulke slimme dieren zijn niet gecreëerd om te dienen als attractie. Ze moeten geen domme toeristen rondjes laten rijden op hun rug. Dit zijn dieren die dagenlang rouwen als een olifant uit hun kudde verloren raakt of sterft. Deze intellectuele dieren zijn slimmer dan sommige toeristen die die middag op hun rug zaten. Ik voel een traan over mijn wang glijden. Een van de ‘verzorgers’ schreeuwt een bevel naar de olifant, waarop die zijn poot opheft zodat de verzorger erop kan klimmen en op de kop van de olifant kan kruipen. De man gaat achterstevoren op de kop van het enorme dier zitten en begin met zijn voeten en benen te poken in de oren en het hoofd van het beest, terwijl hij allerlei bevelen schreeuwt. Bij het zien van dit tafereel loop ik weg naar de rivier, weg van deze verzorgers en van die arme olifanten. Ik zet mij in de duinen aan de Mekong en laat even mijn tranen de vrije loop, geschrokken door het feit dat mensen dit allemaal maar normaal vinden. Plots hoor ik achter het bosje opnieuw een Laotiaan korte krachtige woorden schreeuwen en als ik ga piepen zie ik hem op een olifant zitten die hij beveelt hem nat te spuiten voor de twee Duitse oudere toeristen die, met hun gigantische fotocamera’s in de aanslag, mooie kiekjes willen schieten om te tonen aan het thuisfront. Ze moesten beschaamd zijn. Alle 3. We zetten onze kajaktocht verder en onze twee Duitse vrienden Wolf en Lenny, die we in de bus leerden kennen, kapseizen maar liefst twee keer. Blijkt dat er water in hun kajak zit (en ze waren ook niet echt rustig aan het peddelen...) én dat het gewicht van die twee Duitse beren (4 à 5 keer fitness per week, bergens voedsel en shakes en heel wat supplementen) gewoon te hoog is voor één half onder water gelopen kajak. Wolf geraakt er niet meer in en we nemen hem (letterlijk) mee op sleeptouw met onze kajak. Tegen de stroom in met een vent van maar liefst 130 kg die aan je kajak hangt, in de wilde Mekong met onze niet getrainde armen is een hels werk. We geraken veilig aan land en onze lachspieren maken overuren. Gelukkig was dit het einde van de tocht en daar zijn Lenny en Wolf maar wat blij om. ‘s Avonds spreken we af met Ruben en Nathalie in de stad. Zij kwamen vandaag toe en lijken een heerlijke constante in mijn reis. We klinken op Wolfs verjaardag en drinken de heerlijke zwarte rijstwijn die hij in de bergen kocht. 08/11/2017 - Luang Prabang Laatste dag in deze stad en ik besluit om, samen met behulp van mijn Lonely Planet en het wereld wijde web, de volgende dagen wat te plannen. Vanop Mount Phousi heb ik een zicht op de Mekong en z’n zijrivier Mekan, omringt door groene bergen die achter de mist verstopt zitten, maar toch belicht worden door de felle zonnestralen die door de dichte wolken komen piepen. Het geeft een sprookjesachtig effect en ik zit er enkele uren onder een boom. Behalve die ene monnik die over mijn schouder piept om te zien wat ik aan het schrijven ben, ben ik alleen. Perfect om mijn laatste dag hier in Luang Prabang in alle rust en stilte door te brengen. 02/11/2017 - Chiang Rai - Chiang Mai 6 uur op de scooter was het vooruitzicht van de dag. Bleek dat die 6 uur ongelooflijk saai zouden worden en voor 99% uit ‘hoofdwegen’ zouden bestaan. Vrachtwagens, auto’s, brommers,... scheurden en raasden ons voorbij terwijl wij vrolijk tuften op ons gammele ding van 115 cc. Bleek ook achteraf dat dit één van de meest gevaarlijke wegen was en àls je er met een scooter over hobbelde, was je ofwel gek ofwel moest je een hele goede engelbewaarder hebben en je jouw rozenkrans 3 keer afgegaan zijn. Het ‘gek zijn’ hadden we alvast mee en die engelbewaarder reisde duidelijk ook ergens in mijn scooter mee als verstekeling, want we kwamen er zonder kleerscheuren vanaf. Goed dat dat achter de rug is. 03/11/2017 - Chiang Mai Dé reden waarom we terugkeerden naar deze minder leuke stad was het event dat vanavond ging plaatsvinden. Bij volle maan. Het befaamde Yi Peng Lantern Festival! Hiervoor kwam ik terug naar Chiang Mai, ook al moest ik daardoor langer in Thailand blijven en dus mijn reisplannen ietwat aanpassen, ik deed het met plezier. Rond 15u30 vertrokken we te voet naar de rivier waar we hoopten een mooie plek te kunnen bemachtigen om de duizenden kleine heteluchtballonnen die avond de lucht in te zien gaan. Ik wachtte met plezier 3 uur, want vanaf dan (19u) zouden mensen het blokje onderin hun lantaarn in brand steken, wachten tot de ballon zich met hete lucht vulde en, terwijl ze vurig een wens maakten, de vuurballon de donkere nacht in sturen. Gelukkig waren er bij valavond al een paar ongeduldige mensen die hun ballon op lieten. Al gauw vulde de lucht zich met duizenden kleine vuurballetjes die allemaal door de wind meegenomen werden naar een onbekende bestemming. Wat een pracht. Ik waande me even Rapunzel, nee ik wàs Rapunzel! De enige verschillen waren dat ik mijn prins niet bij me had en dat mijn haar helaas niet zo volumineus en lang was als het hare. Maar er waren fonkelende vuurlichtjes, overal en rondom ons! Ik wist niet waar eerst te kijken en liep een ganse avond rond met de meest idiote glimlach op mijn gezicht. Ik was als een kind in een snoepwinkel dat de ganse tijd tegen zijn mama riep: “Kijk mama, kijk!” Mijn reisgenoten moeten me dwaas gevonden hebben, maar ze lieten me lustig kijken naar en genieten van al die brandende lampionnen. Mijn eigen ‘lantern’ ging recht de ravenzwarte nacht in en wees maar zeker dat ik nog nooit in mijn leven zo hard wenste als toen. Ongevaarlijk was het allesbehalve. Menig man raakte verbrand door lampionnen die nog niet genoeg gevuld waren met warme lucht (ongeduldige mensen) waardoor ze niet genoeg stegen en uiteindelijk weer daalden. Met brandende lampionnen die blijven haken in bomen en elektriciteitsdraden, en lampionnen waarvan de was naar beneden lekte op de mensen wil je toch een beetje veiligheid, dachten we. Niets van! In de verste verte was geen ambulance of brandweer te zien, dus speelden wij maar van ‘reddertje’. Ons ‘Rescueteam’ hielp een pak (minstens 30!) (ongeduldige) mensen toen we zagen dat ballonnen nog te leeg waren om te stijgen of als we ze terug zagen dalen, recht de menigte in. Zo, de goede daad van die dag hadden we ook al weer gehad. 04/11/2017 - Chiang Mai Even uitblazen, lang slapen, rustig ontbijten, bus boeken en lekker eten (Mc Donalds hoera hoera!) vooraleer we ons voorbereidden op een ellenlange bustocht richting Luang Prabang, Laos. |
Elise→ 30-something something Archives
August 2023
|