Onderweg
Een dagboek over mijn dolle reisavonturen.
Het was te mooi om waar te zijn. Een te romantisch beeld. Een utopie en een illusie, alles in één. "Laat me even op reis vertrekken en mij dan 3 maanden onderdompelen in een andere wereld, zoals die Julia Roberts dat zorgeloos in 'Eat, Pray, Love' doet. Hup, klaar en daarna herboren terugkomen." Zo simpel als dat, zo klaar als een klontje. Maar die realiteit...
De agenda raakt stilaan vol, weekends geraken gevuld en hier en daar moet ik zaken weigeren die ik niet wil weigeren. Omdat ik op reis vertrek. Omdat ik zo nodig de wijde wereld in moest trekken. En ik moest en ik zou. En ik zal hoor, geen nood. Ik zal. Ik moet. (Ik kan ook niet anders, want het vliegtuigticket is gekocht, jawel!) Maar als alles goed gaat, dan dreigt mijn hoofd soms eens te ontploffen. En de laatste weken doet het dat. Het ontploft. En met die ontploffingen gaan gedachten gepaard. Ze krioelen door mijn hoofd als insecten op een kadaver van een wild beest ergens in de savanne. Zou ik wel? En ga ik dat? En durf ik dit? En hoe dat? En wanneer dit? En waar dat? En kan dat? Lukt dit? En wat als? Wat als. Wat als ik het er niet leuk vind? Wat ik als ik doodga omdat ik mijn lief zo mis? Of doodga van het gemis naar een hygiënische douche? (Hello drama!) En dan komt Twijfel met een grote T opzetten. Maar ik moest en ik zou. En ik zal. En het zal mooi worden. En ook als het niet mooi wordt, dan nog zal het mooi worden voor mij. Zo is dat. Het komt goed hoor. Zoals alles altijd goed komt. Amen!
0 Comments
Het lief had een idee. 2017 zou het jaar worden van de korte tripjes, met name: korte kampeertripjes. Het KSA-meisje in me kwam weer helemaal naar boven en ik stemde goedlachs en vooral goedgelovig in met het plan. In mijn gedachten zag ik mezelf al zitten aan het vuur waarop een zelfgeschoten hert lustig rondjes draait terwijl ik mijn handen verwarm aan het vuur met het gesprokkelde hout uit het bos aan de rand van de camping.
Nou ja, de realiteit was anders, maar toch niet helemaal! Toen het weekend eraan kwam kreeg ik plots stress wanneer het lief me vroeg of ik mijn gamelle zeker niet zou vergeten. Hoewel ik hou van kamperen (met de KSA althans) had ik nog nooit in mijn leven een gamelle (nodig) gehad. Dit weekend zou een ramp worden. Ik voelde het in mijn kleine teen. Het lief zou me een oen vinden en ik zou mezelf onder een steen willen begraven. Maar hij stelde me gerust. Een auto volgeladen met 3 slaapzakken voor elk (want ja: België), wat eten (geen hert voor ons, gotta love those vegetarians!), een tentje en we konden vertrekken. Het was de leukste camping ooit, uitgebaat door de schattigste Nederlanders ooit. Zij hadden het leven gehackt, dat zag je zo. De rust en de stilte die over ons vielen deden onszelf transformeren tot oermensen. Eén met de natuur. Vogels die een oorverdovend concert geven. Zon die op je huid brandt. 50 shades of groen, overal rondom ons. Was dit België? DIT.IS. ZALIG! 's Avonds ging ik de strijd aan met een halve boom die ik uit het bos gehaald had (no worries, de boom was zo rot en dood als hij maar zijn kon). Het ding moest en zou ons warmte geven en ik ging niet slapen voor de stam (yep, geen tak) in twee gebrand was. "The branch and the bonfire", zo noemde het lief de scène gekscherend. Maar het is me gelukt. Omstreeks half één 's nachts kon ik eindelijk de rits van ons mini-tentje toeritsen. Toegegeven: de stress op voorhand was voor niets nodig. We hadden het leukste, grappigste, meest perfecte back-to-basics-weekend ooit. En het feit dat het lief mij "de beste kampeerpartner" noemde na afloop draagt natuurlijk bij aan dit gevoel. Laat die volgende kampeertrip maar komen! Tip (vooral aan onszelf): Neem nooit een tentje voor twee personen mee als het lief 1m94 is en als hij een matje mee heeft en jij een luchtmatras. Nooit ofte nooit. Never! Capiche? |
Elise→ 30-something something Archives
August 2023
|