Onderweg
Een dagboek over mijn dolle reisavonturen.
Pokhara, 5 oktober 2016, 19u01 Een drukker programma dan verwacht vandaag, met enkele extra stops. Te starten met het internationale Mountain Museum. De geschiedenis van de Mount Everest en de Annapurna en de talloze andere bergen die samen de Himalaya vormen. Sherpa’s en de meer dan 35 andere volkeren die Nepal telt, elk met hun eigen taal, dialect en cultuur. De eerste beklimmer van de Everest, de Nieuw-Zeelandse Edmund Hillary in 1953 en de eerste vrouw. Traditionele bergkledij, de vervuiling van de Himalaya en dan de Mount Everest in het bijzonder, de klimaatvluchtelingen, … Het museum snijdt verschillende thema’s aan. Vervolgens stoppen we in een Tibetaans vluchtelingendorp waar ze op een agressieve manier tapijten aan de man brengen. Juul en Lotte laten zich overhalen en kopen elk een handgeweven tapijt. Op naar de watervallen. Devi’s waterfalls, 200 meter diep. Door de vele zelfmoorden (geloof me, hier kom je niet levend uit) is het omheidn door lelijke grote metalen hekkens. Maar wel adembenemend. Nu wil ik nog meer van Azië zien. Laos, Thailand, Vietnam, Burma, Cambodja, Japan, Mongolië, Maleisië, Filipijnen, … IK WIL! Eten bij de locals. Een aparte ervaring, maar dit wil ik elke dag. Met handen eten, zompige pikante rijst letterlijk opslurpen. Hmm. In de achtertuin zitten vier mannen te praten. Twee dames doen de afwas onder een afdak van golfplaten. De hanen lopen er tussen, een kraai in een kooi aan de boom. Oh, wat hou ik hier van! Het afwaswater is vuiler dan enkele dagen afwaswater opgespaard op een kamp met de KSA, maar zo hoort het. Zo moet het. Verliefd maal twee! We rijden door naar ‘Mahandri’ cave. Niet veel soeps, zo blijkt. We trekken verder naar de vleermuizengrot. Drie lokale kindjes vergezellen ons tot aan de ingang. Eentje spreekt ietwat Engels (op 7-jarige leeftijd. Zeker niet slecht voor Nepal!) en is een bijdehand kereltje. Hij wil later ‘business man’ in New York worden. Mijn hart breekt. Omwille van zijn intelligentie, zijn naïviteit, zijn toekomst daar in het bouwvallige dorpje in de bergen ergens in Nepal. Bij ‘Bat’ cave zien we een honderdtal kleine slapende vleermuizen ondersteboven aan het druppende plafond hangen. Als we ons uit de grot wurmen, door een gat van enkele centimeters breed, beleven we zogezegd onze wedergeboorte. Ik beleefde vooral een claustrofobische aanval. De gids heeft nog twee optionele stops voor ons, vertelt hij. Gretig gaan we hier op in. We stoppen aan wat heet K.I. Sighpool. Het blijkt een aquaduct te zijn met een waterval 150 meter diep, uitgegraven door het water zelf. Je ziet de geulen door de erosie mooi afgetekend tegen het weerkaatsende zonlicht op het water. Magnifiek. Met een emmer aan een touw schept/vist Rohit water uit het kolkende en hard stromende water van het aquaduct. De kracht van de natuur is enorm. Onnoemelijk bijna. Na deze krachtige, prachtige en machtige natuurfenomenen neemt Rohit, de gids ons mee naar een niet-toeristisch deel van de stad vol winkeltjes, brommers, mensen,… We worden aangestaard als blanke (blonde) Westerse dames zijnde. Onze topjes (blote schouders) en shorts (blote benen iemand?) zitten er zeker ook voor iets tussen. De oude(re) vrouwen kijken afkeurend en negeren onze vriendelijke glimlach en onze “Namaste”. De jonge vrouwen kijken vijandig en jaloers. Juist ja, want wij vallen wel op een Nepalese man die non stop rochelt, spuwt en amper 1m60 groot is. En de mannen (jong of oud, daar zit blijkbaar geen verschil in) kijken verlekkerd. Alsof we een stuk vlees zijn. We krijgen er een onbehagen naar gevoel van, maar dit deden we alleen onszelf aan denk ik. De kindjes daarentegen wuiven en roepen in hun beste Engels: “Hello” en “Hi”. Dit is zo’n stukje van de wereld waar geen toerist komt en zeker geen blanke persoon. Sommige van hen zagen dus naar alle waarschijnlijkheid nog nooit een westerling. Ik voel me ongemakkelijk. ’s Avonds nemen Juul en Lotte ons mee naar een echt Koreaans restaurant. Ze willen – deels op onze vraag – ons een beetje van hun cultuur leren kennen. Ik moet wennen aan het eten, maar we hebben een heerlijke avond. Als blijkt dat de uitbater lang geleden accupunctuur en chiropractie gestudeerd heeft in Zuid-Korea is mijn avond goed. Mijn nek kan wel wat hulp gebruiken na uren in een hobbelig busje, enkele vliegtuigritten en slechte hoofdkussens. Hij behandelt meteen ook wat ‘triggerpoints’, deelt hij mee. Hmm, ik wil dat hij dit een ganse avond doet. Heerlijk! En zo komt het dat ik aan de andere kant van de wereld in Nepal, door een Zuid-Koreaanse chiropractor én restaurantuitbater in zijn Koreaanse tent behandelt wordt aan mijn nek.
0 Comments
Leave a Reply. |
Elise→ 30-something something Archives
August 2023
|