Onderweg
Een dagboek over mijn dolle reisavonturen.
Chitwan, 11 oktober 2016, 18u02
Om 6u ’s ochtends zit iedereen klaar aan het ontbijt. Op het programma: safari by foot. Niet mijn meest favoriete deel van de reis… Tijdens een krakkemikkig kanotochtje, in een bootje gesneden uit hout waar we alleen net in passen, waarbij het wateroppervlak amper één centimeter onder de rand van onze kano ligt, zien we plots, achter de bocht een krokodil, op 2 meter van ons ‘bootje’. Echt op mijn gemak ben ik niet. We varen er in een grote bocht om heen. De junglegeluiden omsingelen ons kano weer. Een vriend gaf me het advies om me heel hard te concentreren en alle geluiden uit het geluidsspectrum, uit alle lagen te horen. Je oren een bril opzetten, omschreef hij het. Ik sluit mijn ogen en hoor niet alleen. Ik luister. Een takje dat breekt. Een blad dat valt. Geritsel aan de oever in het lange gras. Insecten die hun lange poten over elkaar wrijven. Ik hoor het allemaal. We meren aan en krijgen een korte briefing. “There are 4 very dangerous and aggressive animals here in the jungle of Chitwan.” Hmm, ik heb er al zin in… We spreken van een neushoorn, Bengaalse tijger, wilde olifant en de beer. Ik ben niet zo tuk op dieren en al helemaal niet op wilde agressieve en gevaarlijke dieren. In de vrije natuur nota bene. Bij de beer moeten we lawaai maken. Hem wegjagen. Bang maken (haha). De tijger moeten we laten doen (euh…). Die heeft meer schrik van ons en gaat vanzelf weg. Hij is trouwens een nachtdier, dus die zien we zeker niet (tarara). Bij de neushoorn, het gevaarlijkste dier van allemaal, moeten we in een boom klimmen (ok) of heel hard weglopen. Al zigzaggend. Oké oké, I got this! Nog voor hij zijn zin af had had ik al een boom gevonden waar ik eventueel in kon klimmen. En de wilde olifant, daar lopen we in een grote boog om heen. Euh, check! We beginnen onze wandeltocht. Mijn hart gaat het begeven denk ik. Niet veel later stopt de gids plots. Een pootafdruk van een tijger. Een verse! – Hoezo, vers? Dit zijn toch nachtdieren? – Na 50 meter horen we plots enkele dieren communiceren, links en rechts van ons. De gids vertelt ons dat de ‘catfamily’ heel ‘close’ is en dat de herten rondom ons alarm slaan. We staan tussen de herten in – dat hoor je heel goed – en dus ook tussen de tijgers in. Ik krijg een spontane zweetaanval en denk even heel hard dat ik zo niet wil sterven, door een tijger in stukken gescheurd. We zien niets (hoera!), behalve hoge bomen (waar we helemaal niet in kunnen klimmen) en dichte struiken, wat het gegeven alleen nog erger maakt. Hartslag aan 500 per uur denk ik. De gids doet teken dat we weer verder kunnen. Ik kan de neiging om achter me te kijken niet onderdrukken. We stappen verder, de jungle dieper in. Ik kijk voornamelijk naar beneden en zoek non stop naar goede bomen om in te klimmen. Just in case. Na een half uur hoort de jonge gids die vooraan loopt iets. Ik hoor al de ganse tijd dingen, maar bon. Voor ons is een dicht bosje en er bewegen wat bomen. De andere gids komt dichterbij. Ik schijt bijna in mijn broek, terwijl mijn woelige darmen nu toch al enkele dagen gekalmeerd zijn. Stiene hoopt vurig op een neushoorn. Ik hoop op… een vlinder? “It’s eating, a rhino or a tiger.” Alright, geen vlinder dus. Gids 2, de oudere, gooit een tak in het bosje. Ik dacht dat ik flauw ging vallen. Bij een neushoorn gaat het ganse bos bewegen omdat hij wegloopt. Bij een tijger gebeurt er niets omdat hij zich verbergt en bij zijn prooi blijft. Er gebeurt niets. Ik snap er niets van en word een beetje kwaad. Moeten die beesten niet slapen of zo? Het is dag! Gids 1 bevestigt: een tijger. Maar we gaan niet dichter of hij valt aan, omdat hij denkt dat we zijn prooi zullen stelen. No thanks, bro! Gids 2 maakt meer lawaai en begint dan in de struiken van het bosje te slaan met zijn bamboestok. Geweren hebben ze trouwens niet mee. Zweet loopt in straaltjes over mijn rug, en geloof me, het was broeierig heet, maar ’t is niet van de warmte. Ik wil gewoon weg. Als de gidsen overtuigt zijn dat de tijger een eind verder is, moeten we het bosje in (ja! GEKKEN!). Gids 2 blijft even achter om er zeker van te zijn dat de tijger ons niet volgt (!). Hoeveel schrik kan een mens hebben van een gedachte van iets wat hij niet een ziet. Van een idee? Na een kwartier wandelen houdt gids 1 weer halt. We moeten stil zijn. Muisstil. Ik hoop op geen derde aanvaring met een tijger. We zijn bij een rivier aangekomen en zien daar, tussen de bomen een neushoorn, de gevaarlijkste van de vier remember, doodleuk pootjebaden. Ik geef toe, nadat ik een goede ‘klimboom’ heb uitgezocht vind ik het magisch beeld. Toch ben ik blij als de gids aankondigt dat we naar het hotel terugkeren. We moeten eerst nog water doorwaden, dat tot aan onze dijen komt. Lekker fris en uitdagend (…) met een krokodil op 15 meter. Als we allemaal in het water zitten glijdt de krokodil (ra ra ra) ook het water in. Jemig, ik was nog nooit zo snel uit een waterloop in de jungle. Was ik ooit in water in de jungle? Eenmaal bij het hotel – jezusmina, we hebben het overleefd – trek ik mijn zeiknatte bergschoenen uit. Aan mijn kous hangt een bloedzuiger. Ik Ga Dood. (little sense of drama) Ik trek hem van mijn sok in ware Tomb Raider stijl. Eind goed, al goed. Tot ik merk dat mijn sok rood kleurt. Het onding heeft zich dus gevoed met mijn bloed. De snodaard. Het bloeden – ik lijk wel een rund – gaat meer dan een uur door. Best wel een vieze gedachte en een nog viezer beest. Om 16u trekken we opnieuw de jungle in, minder diep weliswaar (mijn hart…) om vogels te spotten. We zien een groene plum-headed parkiet. Schitterend beestje dat in grote getale in een boom zat. We zien een Himalayaspecht en een ‘red-naped ibis’. Niet veel, wel mooi. Straks wonen we nog een traditionele dans bij. 22u56 Bleek het een volksdans met zang te zijn. Op het einde deden Lotte, Juul en ik wel vrolijk mee.
0 Comments
Leave a Reply. |
Elise→ 30-something something Archives
August 2023
|